6. Trouwen, en dan?
“Je had maar … tien dagen om verkering te krijgen. Verder schreef je elkaar brieven,” vertelt een dienstmeisje. Het liefdesleven van de meisjes is een flinke uitdaging!
Verliefd stelletje op Urker botter (foto Judith de Vries-Oost)
Echt veel tijd kunnen de geliefden niet met elkaar doorbrengen. Huwelijken moeten bovendien vaak worden uitgesteld. Vanwege armoede en omdat op het eiland er eenvoudigweg geen woningen voor jonge stellen beschikbaar zijn. Soms is de enige oplossing om bij (schoon)ouders in te trekken.
Jonge geliefden op het Top tijdens het Pinksterverlof (Particuliere collectie)
Het huwelijk wordt vaak als dé uitvlucht gezien voor het dienen. Na jarenlang andermans huishouden te hebben gerund, willen de jonge vrouwen graag een eigen plek.
Thuis bij voormalig dienstmeisje Lumme Bos-Anker (particuliere collectie)
Terwijl een derde kiest voor een ‘vreemde’, slaan de meeste meisjes een Urker aan de haak. Omdat ze gewend zijn zichzelf te redden, zijn de dienstmeisjes relatief goed voorbereid op het ‘eenzame’ vissersvrouwbestaan. Zij verdienen vaak minstens zo goed als hun vriend – dit heeft een positieve invloed op de verhouding binnen de relatie.
Voor sommigen is het niet makkelijk om weer aan het eilandleven te wennen. “Ik heb bij joden en heidenen gediend, maar daar heb ik niet meegemaakt wat ik op Urk heb beleefd!” zegt een van hen.
Al snel staan de vrouwen zelf met hun dochters bij de boot om afscheid te nemen en begint de cirkel van voren af aan…
Meer weten? Lees hier hoe Tiemetje Romkes een ‘vreemde’ aan de haak slaat.