1. Plek van vreugde en verdriet
De Urker dienstmeisjes reizen doorgaans per boot naar Enkhuizen. Van hieruit trekken ze verder: de ‘boerenmeiden’ naar het achterland, de ‘stadse dienstmeisjes’ naar plekken als Hoorn, De Zaan of nog verder, naar Amsterdam, Utrecht en Den Haag. In de zomer werken ze graag in ‘koloniehuizen’ voor bleekneusjes aan de Noordzeekust.
Vrijwel alle Urkers hebben een dienstmeisje als voormoeder. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw tot de Tweede Wereldoorlog pakken Urker meisjes hun koffertje en trekken de wijde wereld in. Hun financiële bijdrage houdt gezinnen en bedrijven overeind en geeft de meisjes de mogelijkheid om als jonggehuwde een nieuwe stap te maken.
Zo zag de inhoud van het koffertje van een dienstmeisje eruit (foto Lucia de Vries)
De gemiddelde leeftijd is jong: 14% van de Urker dienstmeisjes is slechts 14-16 jaar, ruim een derde 17-19 jaar oud.
Naast goed gesitueerde families in Enkhuizen, Hoorn en Medemblik zitten boeren en tuinders in West-Friesland verlegen om aanpakkers; Urker meisjes werken hier als ‘boerenmeiden’.
Als er in 1885 een treinverbinding tussen Enkhuizen en Amsterdam komt vinden Urker meisjes ‘diensies’ in Joods Amsterdam.
Lubbetje van Urk is nog maar 14 als ze bij een weduwnaar met twee kinderen komt te werken (particuliere collectie)
Hoewel sommige dienstmeisjes honkvast zijn en jarenlang op een adres zijn te vinden, wisselt de meerderheid nogal eens van werkplek. In het zomerseizoen reizen ze graag naar plekken als Bergen en Egmond, omdat ze hier in koloniehuizen voor ‘bleekneusjes’ een beter loon krijgen.
Foto van twee Urker meisjes op reis (Collectie Vrienden van Urk)
Hun loon gaat meestal direct in de Urker huishoudpot, voor de dagelijkse uitgaven. Af en toe is er geld nodig voor reparatie van het vissersschip van vader. Kan het gezin zichzelf redden dan sparen de meisjes voor schoenen, een zilveren oorijzer en gouden spelden, of meubeltjes voor de uitzet.
Meer weten? Lees hier de autobiografie van een Urker dienstmeisje.
Dienstmeisjes krijgen een kopje thee als ze aardappels schillen in een kinderkoloniehuis (bron onbekend)